Zowel bij de Grieken als bij de Romeinen was het geen uitzondering dat kinderen van de overledene achter de spreekstoel stonden om een herinnering aan de overledene uit te spreken. Men noemde dit de lijkrede. Of ook wel het vaarwel zeggen aan de dode. De paar korte zinnen waarmee men oorspronkelijk mee volstond werd steeds uitvoeriger. Het werd bijna een meesterstuk van de woordkunst. Zo werd door de eeuwen heen van de begrafenisceremonie de lijkrede dan ook een wezenlijk onderdeel van het geheel. Het werd heel normaal dat de gestorvene herdacht werd om zo de nabestaanden troost te kunnen geven. Het is dan ook heel begrijpelijk dat de rede zich heeft kunnen handhaven, al heeft de Reformatorische overheid zich hier met alle middelen tegen verzet. Het was begrijpelijk dat vele priesters overgingen tot de nieuwe leer. Zij werden predikant. Tijdens de zondagsdienst werden overdenkingen preken. Sommige predikanten zette de begrafenisceremonie door zoals men dat was gewend. Maar langzaam werden nieuwe handelingen voorgeschreven.
De synode van Dordrecht (1578) duldde geen lijkredes meer. De dode zou niet meer geprezen mogen worden. De synode van Middelburg (1581) wilde dat men ze geheel afschafte. Toch kon men in de beginjaren hiervan dit maar moeilijk accepteren. Het werd zelfs zo dat men het niet meer nodig vond dat de overledene aanwezig was in de uitvaartplechtigheid. De overledene was slechts een instrument Gods geweest bij leven op deze aarde. Ging men hiermee niet akkoord, dan was de predikant gerechtigd de uitvaart te verbieden en werd de overledene rechtstreeks naar het graf gedragen.
Zo is er door de jaren heen nog wel een en ander veranderd in het begraven van een dierbaar persoon. Heel langzaam namen nabestaanden weer deel aan de kerkelijke rituelen omtrent de afscheidsdienst en het begraven. Diensten en begraven werden besproken met de predikant. Echter bleef hij wel de hand houden aan de regels die volgens de kerk werden voorgeschreven. Daar waar nabestaanden invloed wilde hebben en zelf aan het woord willen zijn moest dat voor of na de dienst plaatsvinden.
Ook is het weer normaal gaan worden dat de overledene weer zelf bij de dienst aanwezig was. Zodat men ook met herinnering kon praten. Niet alleen maar het woord God was belangrijk maar ook de goede gedachte die men over de overledene had. Zo kreeg ook de lijkrede weer aanzien en werd weer hersteld.
Zo kon men toch nog aan de wensen van de overledene en nabestaanden voldoen. Na de reformatie bleef er bij het begraven wel een onderscheid of men katholiek was of niet. Er kwamen verschillende begraafplaatsen. Naar eigen geloofsovertuiging. Gelukkig verandert dit ook.
Algemene begraafplaatsen geven mogelijkheden dat iedere geloofsovertuiging gebruik kan maken van een Algemene begraafplaats.
Zo kent Eibergen een aantal begraafplaatsen. Naast de oude begraafplaats aan de Borculoseweg en de Joodse begraafplaats aan de Rekkensebinnenweg maakt men nu gebruik van de begraafplaats aan de Haaksbergseweg. Deze begraafplaats ligt buiten het dorp in het bos. Mooi aangelegd en ruimte voor iedere geloofsovertuiging. Achter deze begraafplaats ligt de natuurbegraafplaats in het bos. Hier kan men een eigen plek uitzoeken en het lichaam geheel overdragen aan de natuur.
Wilt u meer weten over begraven? Neem dan contact met ons op.
Nijkamp Uitvaartzorg is te bereiken via telefoonnummer 0547-384008 of mail ons via info@nijkampuitvaartzorg.nl
Bron: Geschiedenis van de laatste eer.